
Triumph TR7
Fabrikant: Triumph Motor Company
Productie: 1975-
Assemblage: Liverpool, Engeland
+ Coventry, Engeland
+ Solihull, Engeland
Voorganger: Triumph TR6
Klasse: Sportwagen
Carrosserievorm 2-
Layout: motor voor, achterwielen aangedreven
Motor 1998 cc (2,0 L, 4 cilinders)
Transmissie 4-
5-
3-
Wielbasis: 85 in (2.159,0 mm)
Lengte: 160 in (4,064.0 mm)
Breedte: 62 in (1,574.8 mm)
Hoogte: 50 in (1,270.0 mm) (coupé)
Rijklaar gewicht: 2.205 Lbs (1,000. kg) (coupé)
Verwante Triumph: TR8
Ontwerper: Harris Mann
De Triumph TR7 is een sportwagen die werd geproduceerd van september 1974 tot oktober 1981 door de Triumph Motor Company (dat deel uitmaakte van British Leyland ) in het Verenigd Koninkrijk. Hij werd aanvankelijk geproduceerd in Speke, Liverpool. om daarna te verhuizen naar Canley, Coventry, in 1978 en dan uiteindelijk naar de Rover-
De auto wordt gekenmerkt door zijn “wig (wedge)”-
Het vermogen werd geleverd door een 105 pk (78 kW) (92 bhp/69 kW in de Noord-
Diverse Britse Leyland voertuigen werden gebruikt door de hoofdpersonen in de Britse geheimagent televisieserie The New Avengers, geproduceerd tussen 1976 en 1977. Hieronder was een gele TR7 hardtop gereden door de vrouwelijke hoofdrolspeelster Purdey. De auto werd vereeuwigd als Dinky Toy en een Revell bouwpakket.
In 1978 lanceerden Coca-
Er waren vergevorderde plannen om de 16 klep (vier kleppen per cilinder) 127 pk (95 kW) Triumph Dolomite Sprint motor in de TR7 te bouwen en in serie te produceren.
TR8
Voor de Amerikaanse markt, creëerde Triumph een krachtiger Triumph TR8 coupé in 1977/78. Dit was een TR7 met een 135 pk (101 kW) 3.5 L Rover V8 motor. Sommige rechtsgestuurde (RHD) TR8-
Drophead/Convertible
Vanwege de verwachte Amerikaanse wetgeving op roll-
Spider
In 1980 werd door de importeur in de Verenigde Staten een limited edition van de TR7 Drophead gelanceerd, genaamd de TR7 Spider. Deze was alleen beschikbaar in Marasquin Black, met reflecterende rode striping en badges. Voorts lichtmetalen wielen en het stuur van de TR8. Ook was deze voorzien van een loodgrijs tapijt en grijs gestreepte bekleding. Men denkt dat rond 1270 Spiders in de Solihull fabriek werden gebouwd, waarvan er 400 een injectiemotor hebben en die waren bestemd voor Californië. De meeste van de Spider-
Motorsport
In het Britse Motor Industries Heritage Museum (BMIHT) in Gaydon, Engeland staat een met een V8 uitgeruste TR7 rallyauto.
British Leyland nam met een team van TR7s deel aan rallies in de periode 1976-
In de Verenigde Staten won John Buffum het SCCA PRO Rally Championship gedurende de jaren 1977-
De TR7 V8 doet het nog steeds goed in klassieke rallies.
Kwaliteitsproblemen
Kwaliteitsproblemen ondermijnden het imago van de auto’s in de markt. Dit was vooral het gevolg van arbeidsconflicten (sabotage door ontevreden vakbondsleden en onervaren personeel bij de Speke fabriek). De kwaliteit werd beter toen de productie werd verplaatst naar Canley en later Solihull, maar het was te laat om de reputatie te redden..
In een voorbeschouwing voor de Frankfurt Motor Show van september 1977, meldde het tijdschrift “Auto, Motor und Sport” dat de motor van een TR7 die ter beschikking was gesteld aan de motorpers het had begeven en “begon te koken” tijdens het testen van de maximum snelheid over een traject van vier kilometer als onderdeel van een road test. Ten tijde van het verslag was de oorzaak van het probleem nog onbekend. British Leyland gaf geen commentaar.
Productieaantallen
In totaal werden 112.368 hardtop TR7s gebouwd en 28.864 cabrio’s, en ongeveer 2500 TR8-
In het eerste kwartaal van 2011 waren er in het Verenigd Koninkrijk ongeveer 2600 geregistreerd. In het vierde kwartaal 2011 was dit aantal toegenomen tot bijna 2700.
TR7 Sprint
Een variant van de TR7 aangedreven door de Dolomite Sprint motor (ook wel de TR7 Sprint) werd ontwikkeld, maar vanwege arbeidsproblemen en de latere sluiting van de Speke fabriek werd deze nooit in productie genomen. Volgens de archieven van de British Motor Industry Heritage Trust (BMIHT), waren er 62 pre-
Drieëntwintig wagens van de tweede batch gingen naar de BL Press Garage bij Canley, en hadden een “S” registratie in de 520 tot 550 nummers, bij voorbeeld SJW 540S, dit was Tony Pond’s TR7 V8 rally auto. Er waren echter ook twee VVC geregistreerde auto’s die 50.000 mijl aflegden op de testbaan bij Webb Lane, Solihull. Deze pers-
De eerste batch van deze auto’s had een spaghetti uitlaatspruitstuk van gelaste buizen. De latere auto’s hadden een gietijzeren spruitstuk dat niet compatibel was met dat van de 2-
Toen de Speke fabriek werd gesloten stopten de voorbereidingen voor de volledige productie van de TR7 Sprint. Deze auto, waarvan er nog meerdere bestaan, kan worden geïdentificeerd door een ander chassisnummer dan dat van het 8-