De auto’s

“TR” staat voor Triumph Roadster. De serie bestaat uit acht modellen die, vanaf de TR 1 tot en met de TR 6, telkens verder ontwikkeld werden op basis van het eraan voorafgaande model.
Alleen de TR 7 en 8 waren echt nieuwe concepten maar wel bedoeld de TR-lijn voort te zetten.

In de jaren 30 van de vorige eeuw had Triumph een goede reputatie opgebouwd met het bouwen van sportieve auto’s. Deze reputatie werd bevestigd toen het merk vlak na de Tweede Wereldoorlog, ondertussen als onderdeel van Standard Motors, twee aantrekkelijke  roadsters produceerde, de 1800 en de 2000.

In de jaren 50 konden deze echter niet meer concurreren met de sportwagens van andere Britse merken zoals MG.  Toenmalig directeur, Sir John Black, gaf ontwerper Walter Belgrove de opdracht om een prototype te produceren, wat in 1950 resulteerde tot de Triumph TR X. De auto was geen succes en om diverse redenen werd niet tot productie overgegaan.
Sir John Black zag echter een duidelijke markt voor een kleine, goedkope sportwagen en in 1951 kregen Walter Belgrove en 
chassisontwerper Harry Webster opnieuw de opdracht een prototype te ontwerpen. Hierin dienden zo veel mogelijk bestaande Triumph onderdelen verwerkt te worden worden, om de kostprijs laag te houden.